Afbouw salderingsregeling 2023 - wat houdt de salderingsregeling in en hoe wordt deze afgebouwd?

Afbouw Salderingsregeling

Kabinet Rutte IV wil de zogenoemde salderingsregeling afbouwen. Wat is salderen, waarom wil de regering het afbouwen, wat betekent het voor je investering in zonnepanelen en komt de wet wel door de Eerste Kamer?

Allereerst, wat is salderen eigenlijk? Het woord “salderen” betekent vereffenen en in dit geval slaat het op het vereffenen van het verbruik en de opwek van stroom door zonnepanelen. Kortom: je wekt met zonnepanelen stroom op die je niet meteen kan gebruiken. Door de salderingsregeling mag je daar later aanspraak op maken als je energie nodig hebt, maar niet genoeg opwekt met je zonnepanelen. 

De energie die je afneemt van de leverancier wordt weggestreept met de energie die je op andere momenten hebt opgewekt maar niet gebruikt. Let wel, je mag per jaar niet meer salderen dan de hoeveelheid kWh die je hebt afgenomen van de leverancier.

De energie die je afneemt van de leverancier wordt weggestreept met de energie die je op andere momenten hebt opgewekt maar niet gebruikt.

De salderingsregeling was bedoeld om het installeren van zonnepanelen door particulieren enorm te stimuleren. Het werd officieel in 2004 ingevoerd, maar door terugdraaiende meters gebeurde het daarvoor ook al. 

De regeling bleek een succes, want mede door de regeling is het aantal geïnstalleerde zonnepanelen enorm omhoog gegaan. De prijzen van zonnepanelen gingen in de loop der jaren naar beneden, maar in 2015 was de terugverdientijd zo’n 7 jaar mét de salderingsregeling en nog steeds zo’n 14 jaar zonder. 

Waarom wil Kabinet Rutte IV de salderingsregeling afbouwen?

Vanaf 2015 zijn de prijzen van zonnepanelen verder gedaald, zodat zelfs zonder de salderingsregeling de terugverdientijd in de buurt komt van 7 jaar. In de afgelopen jaren kwamen er ook meer en meer geluiden op dat de salderingsregeling nadelig is voor mensen zonder zonnepanelen. Die mensen subsidiëren eigenlijk de salderingsregeling voor de mensen met zonnepanelen, omdat de energieleveranciers ergens die extra kosten moeten terughalen. Het gaat om zo’n €200 per jaar, die mensen zonder zonnepanelen kwijt zijn.

Daarnaast loopt de overheid belastingen mis over de gesaldeerde energie en dat speelt mogelijk een beslissende rol in de besluitvorming. De overheid geeft dit ook toe. We zien dit ook terug bij de nieuwe wet, omdat er wel een terugleververgoeding van kracht blijft, maar die vergoeding is exclusief alle belastingen.

Consequenties van de afbouw van de salderingsregeling voor eigenaars van zonnepanelen

Uiteindelijk gaat het natuurlijk om de consequenties van de afbouw van de salderingsregeling. Hier worden vaak zaken over het hoofd gezien en we kunnen ons niet aan de indruk ontrekken dat er in Nederland bij velen geen duidelijk beeld heerst over wat de afbouw precies inhoudt. Dit wekt geen verwondering, want het is ingewikkelde materie, vaak verpakt in nog ingewikkeldere taal.

Laten we voorop stellen, dat het niet zo is dat zonder salderingsregeling de stroom die je niet zelf verbruikt waardeloos is. Ook voor deze stroom wordt je vergoedt, alleen is het minder dan voorheen. Hoeveel deze vergoeding is, blijft vooralsnog onduidelijk. In de initiatiefwet is opgenomen dat het teruglevertarief 80% wordt van het afgesproken tarief, maar dan exclusief de belastingen. Eerst iets over belastingen op energie. Daarna over de vraag welk teruglevertarief hier nou eigenlijk bedoeld wordt.

Hoeveel belasting je per jaar betaalt hangt van je verbruik af, dus het is niet meteen te zeggen hoeveel korting je uiteindelijk percentueel krijgt. De energiebelasting op stroom is momenteel 15 cent per kWh. Echter krijg je per jaar een vast bedrag van €596,85 terug, maar dit geldt ook voor je gasverbruik. Bij een laag jaarlijks verbruik betaal je dus aanzienlijk minder energiebelasting dan bij een hoog verbruik. Je vergoeding voor teruggeleverde stroom is dan hoger.

Welk teruglevertarief hebben we het over?

Dan de hamvraag: over welk teruglevertarief hebben we het? Op de website van de rijksoverheid staat hierover:

“Tot 2027 is dit minimaal 80% van het leveringstarief dat de eigenaar van de zonnepanelen heeft afgesproken met de energieleverancier, exclusief belastingen en heffingen.” (Bron: Rijksoverheid.nl)

Het is geen volledig eenduidige zin, maar het lijkt hier te gaan om het tarief dat opgenomen is in je contract met de energieleverancier. Het tarief dat je zelf betaalt voor de energie die je afneemt, om duidelijk te zijn.  

De huidige bandbreedte van teruglevertarieven bij energieleveranciers variërt van 20% tot 100% van het kale leveringstarief. Juist het percentage van 80% maakt het volgens minister Jetten mogelijk om een terugverdientijd van 7 jaar of korter te garanderen.

Vergeet niet dat de salderingsregeling geen betrekking heeft op het deel van je opgewekte stroom dat je zelf meteen verbruikt. Dat is doorgaans zo’n 40%. Je saldeert alleen de laatste 60% van je jaarlijkse verbruik. Als je 100% van je jaarlijkse verbruik opwekt met zonnepanelen, krijg je voor dat laatste deel (circa 60%) dus 80% van het kale leveringstarief vergoed, zonder de belastingen. Per situatie is de betaalde belasting weer anders.

Zolang de salderingsregeling van kracht blijft, is de korting 100%. We kunnen dus stellen dat het zeker een groot verschil maakt of de regeling wel of niet van kracht blijft. Tegelijkertijd blijven zonnepanelen ook financieel zeer interessant, al wordt de terugverdientijd relatief wat langer zonder de salderingsregeling. 

Het is belangrijk dat er bij het wetsvoorstel goed rekening is gehouden met de terugverdientijd en dat deze circa 7 jaar of korter blijft. Als je uiteindelijk één ding wilt onthouden over de afbouw van de salderingsregeling, dan is het dat de terugverdientijd van een zonnestroomsysteem 7 jaar of korter is en blijft.

Ook als de salderingsregeling is afgebouwd, blijft de terugverdientijd van een zonnestroomsysteem 7 jaar of korter.

Heeft de wet kans van slagen in de Eerste Kamer?

De verkiezingen voor de Provinciale Staten hebben de kans verkleind, vooral omdat de BBB als grote winnaar uit de bus kwam. De BBB stemde ook al tegen de nieuwe elektriciteitswet in de Tweede Kamer en de verwachting is dat ze dit ook in de Eerste Kamer zullen doen.

De coalitie van regeringspartijen (VVD, CDA, D66 en Christenunie) had in de Eerste Kamer al geen meerderheid en die is nu nog verder geslonken.  De coalitie heeft slechts 22 zetels over in de nieuwe Eerste Kamer. Ze hebben daardoor steun nodig van minstens 2 andere partijen om de nieuwe elektriciteitswet erdoor te drukken.

Zelfs het blok van Groenlinks (8) en PVDA (7) is niet genoeg om de benodigde 38 stemmen te halen. Bovendien hebben deze twee partijen in de Tweede Kamer zelfs tegen de wet gestemd, dus het is nog maar de vraag of ze voor gaan stemmen in de Eerste Kamer. 

Zonder deze twee partijen gaat het zeker niet lukken om een meerderheid te krijgen, dus wat ons betreft hangt het doorgaan van de afbouw van de salderingsregeling anno 2023 aan een zijden draadje.

Mogelijke aantal stemmen voor de nieuwe elektriciteitswet. Zelfs met het blok GL en PVDA is er nog geen meerderheid (35 van de 38). Bron: Nos.nl
Delen:

Meer Lezen

Kies voor kwaliteit en lange termijn opbrengst

BEGIN MET BESPAREN